Waar ben jij bang voor?
Deze week begint de Kinderboekenweek en het thema is: griezelen. De thema van de christelijke Kinderboekenweek is: je hoeft niet bang te zijn. Griezelen is leuk. Je hoeft niet bang te zijn. Welke boodschap wil jij uitdragen naar je kinderen toe?
Wat wil je eigenlijk zeggen als je zegt je hoeft niet bang te zijn. Soms is je kind toch gewoon bang? Zeg je dan dat hoeft niet, of geef je je kind een knuffel en biedt je troost en veiligheid en kijk je samen naar de angst van je kind? Hoe doe je dat eigenlijk bij jouw eigen angsten? Wanneer jij ergens bang voor bent, durf je dat dan aan te geven? Durf je jouw angst er te laten zijn, of schaam je je daarvoor?
Zaterdag 23 september was ik bij een dag van Gods Vaderhart dat ging over de kracht van machteloosheid, waar Arie de Rover een lezing hield: ‘angst en schaamte, vormen de grootste belemmering bij kwetsbaarheid en vormen een muur, maar schaamte en angst onder woorden brengen is krachtig.’
Je angst er laten zijn
Pfoe. Kwetsbaar durven zijn en eerlijk zijn naar mijn eigen angsten vind ik best wel spannend. Ik weet dat kwetsbaarheid echte verbinding geeft, maar dat neemt niet weg dat het niet makkelijk is en ook niet altijd leuk. Kwetsbaarheid betekent namelijk dat je naar je eigen angst en pijn toegaat. En naar je pijn toegaan, dat zegt het al, dat doet ook echt pijn. Ik ga dan ook liever weg bij mijn pijn. Toch voel ik me dan vaak wel alleen als ik wegga bij mijn pijn, dan zit ik weer verscholen achter mijn masker of mijn muurtje.
Wanneer ik dan weer eerlijk ben naar mezelf en naar de ander open en eerlijk durf aan te geven waar ik bang voor ben of waar ik mij voor schaam, dan ontstaat er echte verbinding en word ik echt gezien. Dan ontstaan er de mooiste gesprekken. Mooi om juist dan wanneer je eerlijk bent over je eigen pijn, je ook over de pijn en angst van de ander kunt praten. Het begint dan ook met het omarmen van je angst.
Niet zeggen: je hoeft niet bang te zijn, maar: je mag bang zijn, probeer je angst niet te veroordelen, maar te omarmen. Zoals jouw kind met zijn of haar angst naar jou toekomt, en jij je dochter of zoon troost met jouw armen om hem of haar heen, zo mag je met jouw angst naar je Hemelse maker gaan, naar Papa. Je Hemelse Vader neemt je in Zijn armen en zegt tegen je: ‘Kom maar met je angst bij Mij, geef je angst aan Mij, kom dan gaan we er samen doorheen.’
In plaats van je hoeft niet bang te zijn wordt het dan: Je mag bang zijn, maar je hoeft niet alleen te zijn in je angst! Ben je bang, ga met je angst naar Hem, luister naar Zijn stem:
Wat heb je dit mooie en gevoelig geschreven.
xxx