U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie nu en nimmermeer. Een prachtig paaslied, dat we vaak met Pasen zingen. Wat kan ik daar van genieten in een volle kerk, samen met elkaar zingen tot eer van de opgestane Heer.
Vandaag is het Pasen. We vieren dat Jezus is opgestaan uit de dood. Helaas kunnen we dit niet samen in de kerk doen. En als ik het nieuws lees en zie hoeveel mensen er sterven of zijn gestorven aan het coronavirus in Nederland, maar ook wereldwijd, dan word ik stil. Heeft de dood dan toch het laatste woord?
Hoe kan ik nu Pasen vieren terwijl er zoveel pijn, ellende en lijden is in deze wereld? Wat moet ik zeggen tegen iemand die op dit moment zo eenzaam is? Wat moet ik zeggen tegen iemand die zoveel pijn heeft? Of die een dierbare is verloren? Toen ik hoorde dat een voor mij waardevol persoon het virus ook had, en veel pijn had, wist ik niet zo goed wat ik moest zeggen. Ja, ik weet dat Jezus leeft. Ja, ik weet dat Jezus de dood overwonnen heeft. Maar daar merken we nu nog niet zoveel van.
Is dat zo? Merken we daar nu niets van, dat Jezus de dood overwonnen heeft? Is dat alleen iets dat je troost als een dierbare van je is overleden? Of gaat er meer uit van de opstanding van Jezus uit de dood?
Dit doet me denken aan het lied Jezus Overwinnaar. Jezus is Overwinnaar. Hij heeft de dood overwonnen. De dood heeft niet meer het laatste woord. We mogen nu al samen met Jezus leven als overwinnaars. Nee, de pijn en het lijden is dan niet ineens weg, maar je bent niet meer alleen. Jezus is bij jou. Samen met Hem mag je leven. Samen met Hem mag je Pasen vieren. Hij heeft de dood overwonnen. Dat geeft ons hoop. De dood heeft niet het laatste woord. We mogen zingen voor Hem:
U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen, daald’ een engel af, heeft de steen genomen van ’t verwonnen graf: U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer.
Ziet Hem verschijnen, Jezus onze heer! Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer. Weest dan, volk des Heren, blijd’ en welgezind, en zegt telken kere ‘Christus overwint!’ U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer.
Zou ik nog vrezen nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In zijn godd’lijk wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en in dood. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer.